dinsdag 18 september 2012

Oplossingen voor winkels


Oplossingen voor winkels & winkelgebieden

Er is hoop voor winkels, en daarmee voor winkelgebieden en stadscentra. Winkelen is voor veel mensen namelijk een vorm van recreatie. Als winkelgebieden er in slagen de bovengenoemde nadelen zoveel mogelijk te beperken en optimaal gebruik te maken van de voordelen die fysieke winkels bieden, kan het geschetste doemscenario uitblijven. Winkels kunnen dan namelijk hun bijdrage blijven leveren aan het levendige karakter van stadscentra.
In de jaren ’90 van de vorige eeuw werd al voorspeld dat er een verandering in het winkellandschap op zou gaan treden, door aankopen via het internet. Dat er nu echt iets aan het veranderen is in het Nederlandse winkellandschap, dringt langzaam maar zeker door bij winkeliers, gemeenten en vastgoedbezitters. Op sommige plekken in Nederland, vooral in de stadcentra van de grote steden, zijn de gevolgen van de dalende populariteit van fysieke winkels nog nauwelijks te merken.
Op andere plekken beïnvloedt leegstand de sfeer in het stadscentrum en worden zowel door winkelgebieden als afzonderlijke winkels maatregelen genomen om het tij te keren. Toch zijn er veel winkeliers en gemeenten die de trends negeren en die voorlopig nog geen maatregelen treffen. Hier passeert een aantal voorbeelden de revue van initiatieven en maatregelen tegen de afnemende populariteit van fysieke winkels op de twee genoemde niveaus: winkels en winkelgebieden.

Winkels die leren van hun klanten
In zijn boek “Het einde winkels?” beschrijft auteur Cor Molenaar dat retailers moeten afstappen van hun verkoopgerichte aanpak. Ze moeten toe naar een klantgerichte aanpak, een aanpak die online retailers gemiddeld al veel beter onder de knie hebben. Zij verzamelen gezien de aard van hun interacties met klanten veel meer informatie: waar ze wonen, wat ze kopen en wanneer, waar ze naar kijken en zoeken. Om aantrekkelijk te blijven voor klanten, is het essentieel dat fysieke winkels ook inspelen op de behoeften van de klant.
Winkels die voor flexibiliteit kiezen
Pop-up winkels zijn winkels, die tijdelijk op een locatie te vinden zijn. Daarbij maakt een winkelier of een merk gebruik van leegstaande winkelpanden, van makkelijke verplaatsbare objecten zoals containers of van een aantal vierkante meters binnen een bestaande winkel. Hierdoor kunnen winkeliers of merken gericht kiezen voor specifieke locaties op specifieke momenten met het oog op hun doelgroep. Hierdoor wordt de kans op grote bezoekersaantallen verhoogd en kunnen ze ook nog eens aanzienlijk besparen op hun huisvestingskosten.
In Nederland is een aantal organisaties dat zich richt op pop-up winkels in leegstaande panden. Zazone en Pop-up Square richten zich bijvoorbeeld op het samenbrengen van winkeliers die op zoek zijn naar tijdelijke winkelruimte en verhuurders van leegstaande panden. Een andere organisatie, Berenstraat24.nl, richt zich juist op het verhuren van een specifiek winkelpand in één van de Negen Straatjes in Amsterdam. Dit winkelpand biedt retailers de mogelijkheid om voor een weekend, een week of een maand op een toplocatie in Amsterdam hun producten aan te bieden.
Sociale media bieden pop-up winkels volop kansen om te laten weten waar ze te vinden zijn. Op deze manier bereiken ze een relevant publiek. Zo kunnen pop-up stores indirect een positief effect hebben op de omliggende winkels, niet alleen doordat ze leegstaande winkelruimte bezetten, maar ook omdat ze extra verkeer genereren. @Socialijs is een “ouderwetse” ijscoman, die van social media gebruikt maakt. Via Twitter laat hij weten waar in Utrecht hij te vinden is.
Winkels die technologie inzetten voor het stimuleren van bezoeken en verkopen
Het gebruik van social media in de retail staat nog in de kinderschoenen. Uit onderzoek van de Hogeschool van Amsterdam uit 2011 blijkt dat 44% van alle retailers gebruik maken van social media. Online retailers maken aanzienlijk meer gebruik van social media  dan de reguliere retailers: ongeveer zes op de tien online retailers (of  retailers met zowel een online als één of meerdere fysieke winkels) tegen ongeveer drie op de tien reguliere winkels. Op bescheiden schaal maken reguliere winkeliers bijvoorbeeld gebruik van Facebook en Twitter om belangstellenden op de hoogte te stellen van acties en aanbiedingen. De bedoeling hiervan is net als bij andere vormen van adverteren het aantal bezoekers in de winkel te verhogen.

Een klein aantal kledingzaken in Nederland, bijvoorbeeld WE in Nijmegen, bezit een Tweet Mirror. Dit is een spiegel die het mogelijk maakt vanuit een kledingwinkel een foto van jezelf via Twitter of e-mail te versturen. Op deze manier kunnen je vrienden je op afstand adviseren bij een aankoop. Doel van de spiegel is onder andere het overhalen van de groeiende internetgeneratie om naar fysieke winkels in plaats van internetwinkels te komen.
Een andere vorm van technologie inzetten om klanten te trekken met aanbiedingen of gratis producten is met gamification en games. Zo wordt op zeer kleine schaal gebruik gemaakt van Foursquare. De “mayor” of iemand die een bepaald aantal keren ingecheckt is via Foursquare krijgt bij sommige retailers of horecagelegenheden korting of gratis producten.

Alleen online is het ook niet helemaal
Een aantal retailers dat ook een online-winkel heeft, profiteert van extra aanloop in de fysieke winkel doordat klanten daar hun internetbestellingen afhalen of ruilen.  Retailers waar dit veel gebeurt zijn onder andere H&M, Hema en Bruna. Een interessant fenomeen dat zich momenteel voordoet is dat steeds meer online winkels er voor kiezen om ook offline aanwezig te zijn. Zo openen zowel www.thecollector.com als www.stylescout.nl in het eerste kwartaal van 2012 een winkel in Amsterdam. Ook kiezen webshops steeds vaker voor een pop-up store of voor aanwezigheid op evenementen. Het gaat de online winkels over het algemeen om het contact met de klant.
Winkelgebieden die kiezen voor samenwerking
Op het niveau van winkelgebieden wordt op veel plekken al decennia lang samengewerkt door middel van winkeliersverenigingen om de aantrekkelijkheid van het gebied te verhogen. Recentelijk is daar de samenwerking op basis van de Wet Bedrijven InvesteringsZone (BIZ) bijgekomen. Dit is een experimentwet geldig  tot 2015 die het mogelijk maakt voor ondernemers om gezamenlijk te investeren in een aantrekkelijke en veilige bedrijfsomgeving, waar alle ondernemers in de zone aan meebetalen. In een BIZ bepalen de ondernemers waarin ze gezamenlijk willen investeren en maken daarvoor een plan. Als de gemeente met het plan akkoord gaat en er is voldoende draagvlak, dan kan een heffing worden ingesteld voor alle ondernemers in het betreffende gebied. De gemeente keert de opbrengst uit aan een speciaal voor de BIZ opgerichte vereniging of stichting, die de activiteiten namens de ondernemers uitvoert.
Inspelen op “Het Nieuwe Winkelen”
Volgens Cor Molenaar (Het einde van winkels?) was in 2010 een derde tot de helft van de mobiele zoekopdrachten gerelateerd aan iemands locatie. Ook het HoofdBedrijfsschap Detailhandel (HBD) ziet de combinatie van mobiel en locatie, samen met de gerichtheid op sociale media, als ontwikkelingen die “Het Nieuwe Winkelen” definiëren. Mobiele diensten als Yelp (reviews van producten en diensten) en Scoupy (verzamelde kortingsacties) spelen in op de wensen rond lokaal relevante informatie in winkelgebieden. Het HBD zelf is in Nederland bezig met een pilot op het gebied van het nieuwe winkelen in Veenendaal.  In deze pilot leren retailers over de mogelijkheden van nieuwe technologie en wordt gewerkt aan een gezamenlijk technologieplatform. De website van Het Nieuwe Winkelen zegt hierover:
“Zowel detaillisten als hun personeel wordt hier geleerd om als collectief in de binnenstad efficiënt en effectief gebruik te maken van nieuwe technologie; technologie die zij nodig hebben om hun klanten een optimale combinatie van internet en fysieke winkel te kunnen bieden. De behoeften van de klant en de klantbehandeling staan hierin dan ook centraal.
Het collectief wordt in staat gesteld gezamenlijk een platform (en de infrastructuur, inclusief de diensten die hierop worden aangeboden aan zowel consumenten als bedrijven) op te zetten, dat het nieuwe winkelen mogelijk maakt. Ook de samenwerking in de distributieketen – met groothandels, fabrikanten – is hierbij van groot belang. Denk bijvoorbeeld aan de noodzaak van actuele en rijke productinformatie (detailfoto’s, video’s en dergelijke) in moderne webwinkels.”
Winkelgebieden die WiFi aanbieden

Heerlen heeft als één van de eerste steden in Nederland gratis WiFi ingevoerd in het stadscentrum. Het doel hiervan is om verblijf in het stadscentrum aantrekkelijker te maken en om bedrijven de kans te geven op basis hiervan nieuwe diensten te ontwikkelen. Heerlen is hierin vrij uniek. Andere voorbeelden van gemeenten die gratis WiFi  aanbieden in de openbare ruimte zijn Rotterdam en Lichtenvoorde.
Aandacht voor de kwaliteit van winkelgebieden
Detailhandel Nederland en Platform Binnenstadsmanagement hebben een prijs ingesteld voor de ‘Beste Binnenstad’. Het winnen van deze titel levert landelijke erkenning op. In 2011 is de verkiezing voor de vijfde maal georganiseerd. De deelnemers zijn verdeeld over drie categorieën: dorpskernen, binnensteden en grote binnensteden. Van doorslaggevende betekenis bij de beoordeling van de genomineerden is de ontwikkeling van de binnenstad gedurende de periode 2009 – 2011.
De jury heeft de genomineerde binnensteden beoordeeld op basis van diverse zorgvuldig geselecteerde indicatoren. Voorbeelden daarvan zijn de ruimtelijk-economische ontwikkeling, uitstraling, de aanpak van leegstand, veiligheid en mate van samenwerking tussen de binnenstedelijke actoren. De winnaars in de drie categorieën waren respectievelijk: Venray, Hoogeveen en Eindhoven. Deze prijs verhoogt het bewustzijn van het belang van de kwaliteit van binnensteden. De prijswinnaars dienen als inspiratiebron voor andere steden.
Het verhogen van de sfeer in winkelgebieden met projecties, gekleurd licht of beeldschermen
Sommige steden kiezen er voor projecties, gekleurd licht of beeldschermen in te zetten voor het verhogen van de sfeer in winkelgebieden. Een mooi voorbeeld van de inzet van projecties is te vinden in de binnensteden van één van de winnaars van de titel ‘Beste Binnenstad’: Hoogeveen. Hier wordt geprojecteerd op de bestrating en op de walkant van het water, dat het stadscentrum doorkruist.


Een voorbeeld van een plek waar door de inzet van gekleurd licht de sfeer verhoogd wordt is de Demerpassage in Eindhoven. De Demerpassage is een heel korte winkelpassage onder het spoor, die een lange tijd een slechte naam had. Onder andere dankzij deze verlichting is het nu een gewilde winkelstraat.
Echte succesvolle beeldschermen, die de sfeer in openbare ruimtes verhogen zijn vooral te vinden in Groot-Brittannië. In meer dan vijftien middelgrote steden staan daar grote beeldschermen van ongeveer 25 vierkante meter. Het “Big Screen” initiatief is een samenwerkingsverband tussen de BBC, een aantal gemeenten en het organiserend comité van de Olympische Spelen in Londen in 2012. De content die op de schermen te zien is, is een mix van onder andere live evenementen zoals concerten en voetbalwedstrijden, nieuws, informatie over evenementen, content gemaakt door lokale kunstenaars of kinderen uit de buurt en entertainment in de vorm van interactieve games. Advertenties maken geen deel uit van de contentmix. Volgens de initiatiefnemers leveren de schermen een positieve bijdrage aan de sfeer in de openbare ruimte en zijn veel ondernemers in de buurt blij met de extra aanloop die evenementen rond de schermen opleveren.
Flexibiliteit is noodzakelijk
Doordat leegstand in veel winkelgebieden in stadscentra een feit is geworden, buigen professionals met verschillende achtergronden zich over dit probleem. Het vinden van oplossingen voor de negatieve invloed die de leegstand op de openbare ruimte heeft is urgent geworden. Pop-up stores vormen bijvoorbeeld een oplossing waar steeds vaker voor gekozen wordt. Ook bestaan er creatieve organisaties als Hank, die van leegstaande panden gebruik maken om evenementen of debatten te organiseren. Daarnaast behoort de stap van winkelen naar wonen of werken als mogelijkheid gezien. Ook neemt horeca regelmatig de plek in van winkels. Maar er zijn wereldwijd veel originelere oplossingen bedacht, zoals het inzetten van voormalige winkelpanden voor het kweken van planten als voedselvoorziening voor mensen.
Een integrale aanpak die de bezoeker en samenwerking centraal stelt
Hierboven staat een aantal oplossingsrichtingen die bij kunnen dragen aan het aantrekkelijker maken van winkels en winkelgebieden. Van een breed gedragen en gerichte aanpak van het probleem van de groeiende leegstand is echter nauwelijks sprake. De BIZ is een stap in de goede richting. Deze bundelt krachten en middelen, meestal met het doel om de binnenstad schoon, heel en veilig te maken of te houden. Ook de aanpak van het HBD rond het nieuwe winkelen die met name gericht is op technologie heeft een belangrijke meerwaarde voor de toekomst van winkelgebieden.
De echte oorzaak van het probleem zit echter in het feit dat er minder bezoekers  naar de winkelgebieden in stadscentra komen en dat er minder  aankopen gedaan worden. Het ligt dus voor de hand om juist de bezoeker centraal te stellen. Dat sommige bezoekers behoefte hebben aan technologische snufjes tijdens het winkelen en dat veel bezoekers een schoon, heel en veilig winkelgebied op prijs stellen staat buiten kijf.  Het focussen op een aspect als technologie leidt echter af van het echte probleem en is daarom niet aan te raden.
Cocreatie en evaluatie
De nadruk moet liggen op het levendig houden van stadscentra en dus op degenen die het stadscentrum levendig houden, de bezoekers. Dat betekent dat er voor winkelgebieden een vergelijkbare klantgerichte of bezoekersgerichte aanpak gekozen moet worden als Cor Molenaar in “Het Einde van Winkels?” voorstelt voor winkels. Er moet van bezoekers geleerd worden om hun behoeften te achterhalen en op deze manier een stadscentrum te creëren, waar mensen zich prettig voelen en waar ze zich kunnen vermaken en efficiënt en zonder frustraties hun inkopen kunnen doen. Dit kan op een manier waarop bezoekers alleen passief meedoen, doordat ze geobserveerd worden. Bezoekers kunnen echter ook actief betrokken worden, bijvoorbeeld door ze te interviewen of in focusgroepen of zelfstandig nieuwe ideeën te laten genereren, waarmee winkelgebieden de bezoekers beter van dienst kunnen zijn.  Er is dan sprake van cocreatie: organisaties die belang hebben bij een levendig stadscentrum, zoals de gemeente, winkeliers, horeca en vastgoedeigenaren creëren gezamenlijk met de bezoeker een stadscentrum dat de moeite van het bezoeken meer dan waard is.

De ontwikkelingen op het gebied van online winkelen eisen innovatiekracht. Het is nodig flexibel, snel en misschien zelfs rigoureus te kunnen reageren op nieuwe ontwikkelingen als je wil voorkomen dat veranderingen tot een onomkeerbare neerwaartse spiraal gaan leiden. Hiervoor  is een sterk bewustzijn nodig van het feit dat verschillende partijen gezamenlijke belangen hebben. De problematiek van dit moment en van de komende jaren is van een dusdanig  niveau dat deze partijen in verschillende samenstellingen rond verschillende thema’s moeten gaan samenwerken.
Als beperkte openingstijden een reden blijkt te zijn waarom bezoekers minder naar een stad komen en meer voor online winkels kiezen, dan is dat niet iets wat winkeliers op eigen houtje op kunnen lossen. Ze hebben hier in ieder geval de gemeente voor nodig. Als blijkt dat bij efficiënte, niet-recreatieve winkelaars behoefte is aan een bepaalde combinatie van winkels en andere functies geconcentreerd in één gebied met goede parkeerfaciliteiten vlakbij, dan is het bewustzijn van het algemeen belang essentieel. De oplossing kan namelijk een soort ruilverkaveling vereisen, waarbij winkels ongewenst moeten verhuizen in het algemeen belang.

Kengetallen Uden

Kengetallen Uden 2012.


Uden kent een hoog voorzieningenniveau, met alle voorwaarden voor een prettige woonomgeving. 
Een groene gemeente die wordt omringd door uitgestrekte natuurgebieden.

Bevolking: 40.803 inwoners, waarvan de verdeling mannen en vrouwen ongeveer gelijk is. 85,4% is autochtoon (ref. 84% in Noord-Brabant), tegenover 14,6% allochtoon (ref. 16% in Noord-Brabant).


Uden groeit.
 Uden kent een bevolkingsgroei van 0,2% (ref. 0,28% in Noordoost-Brabant). Dit komt voort uit natuurlijke aanwas van 87 personen en een negatief migratiesaldo van -5.

De groene druk (jonger dan 19 jaar) bedraagt 40,4% (38,5% gem. in Noord-Brabant) en de grijze druk (65 jaar of ouder) bedraagt 26% (25,7% gem. in Noord-Brabant).

De gemeente verwacht tot minimaal 2030 een groei van de bevolking. 
Bij de bouw van woningen wordt rekening gehouden met alle leeftijdsgroepen. Door de vergrijzing neemt het aantal ouderen boven de 55 jaar toe.
Zonder extra aandacht voor de jonge starters, zal deze groep aanzienlijk kleiner worden. Om een zo evenwichtig mogelijke bevol- kingsopbouw te realiseren, zet de gemeente dan ook vooral in op jongeren tot 35 jaar. Waar mogelijk doet zij dat vanuit een gedeelde visie met Area (begroting 2012-2015).

Werkeloosheid laag
Beroepsbevolking: Uden heeft 12.047 arbeidsparticipanten en een gemiddeld percentage werkzoe- kenden van 4,1% (ref. gem. 5% in Nederland, CBS). Uden biedt werkgelegenheid in micro, kleine, middelgrote en grote vestigingen. De verdeling in kleine en grote ondernemingen in Uden sluit aan op het gemiddelde beeld van Noord-Brabant.
In tegenstelling tot andere dorpen/steden kent Uden een positief oprichtingsaldo (bedrijven die worden opgericht) in de landbouwsector (3,8% in 2010). Dit betekent dat de agrarische sector groeit.

Woningen: Uden heeft 16.898 woningen (t.o.v. 1.026.222 in heel Noord-Brabant). De gemiddelde wo- ningwaarde is 283.000,- (ref. 227.000,- in Noord-Brabant). In 2011 zijn 59 nieuwe huurwoningen (Muntmeester) gereed gemeld.

Inkomen: Het gemiddelde persoonlijke inkomen ligt op 28.400,- in Uden. Dit blijft iets achter op het regionale gemiddelde van 29.200,- in Noord-Brabant. 3.570 burgers ontvangen een uitkering. Van de personen met een uitkering heeft 63% een AO-uitkering, 20% een WW-uitkering en 71% een Wwb-uitkering. Het relatieve aantal van de AO-uitkering ligt boven het gemiddelde van Noord- Brabant, terwijl de WW-uitkering en de Wwb-uitkering (net) gelijk aan het gemiddelde liggen.

Sterk           
            De organisatie van de gemeente Uden is op orde en wordt gestuurd door
               een secretaris met visie en kracht. In de regio hebben zij een trekkende rol.
            Financieel gezien is de gemeente op orde. De meerjarenbegroting geeft een
               positief beeld te zien en er is voldoende ruimte voor de op stapel staande 
               projecten.
            Qua voorzieningen heeft Uden nadrukkelijk een sterke centrumfunctie op het
               gebied van onder andere winkels, ziekenhuis, toerisme et cetera.
            De gemeente heeft een positieve uitstraling in de regio en wordt 
              gewaardeerd als partner in samenwerkingstrajecten zoals veiligheid, RUD 
              etcetera.
            Uden ziet zichzelf als scharnierpunt tussen het Land van Cuijk en 
              ‘s-Hertogenbosch. Invulling hieraan geven kan de rol van Uden als regionaal
               centrum versterken.

Zwak           
            De oriëntatie op de omliggende stadsregio’s Arnhem-Nijmegen en Eindhoven
               is nog niet tot wasdom gekomen.
            De betrekkingen met de nabij gelegen gemeenten Landerd en Boekel zijn 
              ad hoc en niet gebaseerd op een visie in het belang van de regio.
            De verbindingen in het openbaar vervoer kunnen verbeterd worden naar de
               drie stedelijke centra ‘s-Hertogenbosch, Nijmegen en Eindhoven.


Kans

            Uden ziet zichzelf als scharnierpunt tussen het Land van Cuijk en 
              ‘s-Hertogenbosch. Invulling hieraan geven kan de rol van Uden als regionaal 
              centrum versterken.
            Voor de ontwikkeling van voorzieningen, de groei van de economie en grote
               projecten op het gebied van onder andere infra liggen de mogelijkheden
               met name in de Regio Noordoost-Brabant c.q. de As50. Een grotere schaal 
               van samenwerken biedt kansen.
            De afstemming van voorzieningen met onder andere Veghel, maar ook met 
              Oss en omliggende gemeenten, biedt (financiële) kansen voor de 
              gemeenten, evenals een mogelijke kwaliteitsim- puls op onderwerpen als
              bijvoorbeeld een theater, sport et cetera.

Bedrijging:
            Ten gevolge van de transities dreigt de gemeente op het gebied van 
                ambtelijke capaciteit naar de toekomst toe kwetsbaar te worden. 
               Samenwerken is derhalve onontkoombaar.
            De versnippering van de samenwerking in de regio en de complexiteit van de
               drietrapssamen- werking met Veghel, As50 en regio kunnen dubbelingen 
              veroorzaken, maar ook problemen geven in de aansturing van de diverse 
              samenwerkingsverbanden en leiden tevens tot bestuur lijke drukte.
•            Onduidelijkheid over samenwerking c.q. herindeling in de regio. Gaan de 
              stedelijke gemeenten de landelijke gemeenten onder de arm nemen of 
              ontstaan er ‘shoppende’ kleine gemeenten die uiteindelijk wellicht 
             samenvoegen en daarmee tegenhangers van de stedelijke gemeenten 
              worden in plaats van partners.

Het Centrum van Uden is het belangrijkste regionale winkelcentrum van Noord Brabant

H et verzorgingsgebied van Uden telt ruim 300.000 inwoners. Het centrum van Uden trekt wekelijks gemiddeld 200.000 bezoekers. Ruim 65%...